Het centraal examen 2015 gaat over strijd, over de verschillende manieren waarop kunstenaars, architecten en vormgevers in hun werk reageren op conflictsituaties of de gevolgen ervan.

Water is zoiets vanzelfsprekends voor ons in Nederland, bijna net zo vanzelfsprekend als de lucht die je inademt. Het is er in sloten, grachten, kanalen, rivieren, grondwater, de regen en de zee.  

Voor dit thema vwo is gekozen voor een kunstgeschiedenis waarin het leven van de kunstenaar centraal staat – met ‘kunstenaar’ bedoelen we in deze syllabus zowel beeldend kunstenaar, als ontwerper, als architect. Het leven van de kunstenaar wordt in deze syllabus vanaf twee kanten belicht: de beroepsmatige kant en de persoonlijke kant.

Het examen heeft betrekking op de periode van het romaans tot heden, met nadruk op de periode vanaf 1800. Kunst, architectuur en vormgeving vanaf het neo-classicisme in de 19de eeuw komen derhalve in het examen aan de orde.

Kunstenaars door de eeuwen heen hebben de menselijke maat als een centraal thema in hun werk gebruikt om verschillende aspecten van het menselijk bestaan te verkennen. Van de nauwgezette anatomische studies van de Renaissance tot de expressieve vervormingen van de moderne tijd en de hyperrealistische benaderingen in de hedendaagse kunst, de menselijke figuur blijft een onuitputtelijke bron van inspiratie en onderzoek.