Kunstenaars door de eeuwen heen hebben de menselijke maat als een centraal thema in hun werk gebruikt om verschillende aspecten van het menselijk bestaan te verkennen. Van de nauwgezette anatomische studies van de Renaissance tot de expressieve vervormingen van de moderne tijd en de hyperrealistische benaderingen in de hedendaagse kunst, de menselijke figuur blijft een onuitputtelijke bron van inspiratie en onderzoek.

Actie in de beeldende kunsten verwijst naar een kunstvorm waarbij fysieke handelingen centraal staan. Het is een vorm van kunst waarbij de nadruk ligt op het proces, de aanwezigheid van de kunstenaar en de interactie met het publiek.

Voor dit thema vwo is gekozen voor een kunstgeschiedenis waarin het leven van de kunstenaar centraal staat – met ‘kunstenaar’ bedoelen we in deze syllabus zowel beeldend kunstenaar, als ontwerper, als architect. Het leven van de kunstenaar wordt in deze syllabus vanaf twee kanten belicht: de beroepsmatige kant en de persoonlijke kant.

Het examen heeft betrekking op de periode van het romaans tot heden, met nadruk op de periode vanaf 1800. Kunst, architectuur en vormgeving vanaf het neo-classicisme in de 19de eeuw komen derhalve in het examen aan de orde.