Model van een Spinning Jenny, het eerste machinaal aangedreven spinnewiel, uitgevonden door James Hargreaves. (museum voor Vroege Industrialisatie, Wuppertal, Duitsland)

Internationale tentoonstelling waarop de deelnemende landen trachten een beeld te geven van hun economische, sociale, culturele en technische ontwikkeling.

De wereldtentoonstelling is een typisch produkt van het optimisme dat midden 19de eeuw gold ten aanzien van de vooruitgang in de wereld. De tentoonstellingen hadden in de eerste plaats ten doel het bevorderen van de internationale handelsbetrekkingen en het propageren van de eigen technische vooruitgang; de invloed die ervan is uitgegaan, is echter vaak het grootst geweest op het culturele vlak. Met name de architectuur kreeg een grote stimulans door de wereldtentoonstellingen: de paviljoens werden prestige-objecten. Ook voor de beeldende kunst zijn wereldtentoonstellingen vaak van betekenis geweest; een bekend voorbeeld is die in Parijs in 1867, waarbij de westerse kunstenaars voor het eerst kennis maakten met de Japanse kunst, hetgeen een geweldige verruiming van hun ideeënwereld betekende. In de loop van de 20ste eeuw heeft deze culturele bemiddelingsfunctie veel aan belang ingeboet.

De 19de eeuw is dé eeuw van de grote festivals van de moderne techniek: de wereldtentoonstellingen. Het publiek, dat in steeds grotere aantallen op deze langdurige manifestaties aanwezig was, kon hier kennismaken met de nieuwste resultaten van de technische vooruitgang. Een belangrijk onderdeel van de wereldtentoonstellingen werd steeds gevormd door de textielnijverheid die in al haar facetten aan het publiek werd voorgesteld. Garens en stoffen uit katoen, wol en zijde en later kunstzijde; bonnetterie, lingerie, mannen en vrouwenkleding en mode-artikelen; machines voor het spinnen, weven en breien en voor de confectie-industrie waren op elke industriële tentoonstelling vertegenwoordigd.

Uit: Mode voor iedereen,  Confectie 1880-1980.

De belangstelling van het grote publiek voor deze producten is niet verwonderlijk: naast de nieuwste prototypes op het gebied van de machines en de nieuwste mode-artikelen, werden ook massagoederen tentoongesteld.
De machinale vervaardiging van textielmaterialen kreeg in de tweede helft van de 19de eeuw de overhand op het handwerk: artikelen die tot dan toe alleen voor de enkeling waren weggelegd, werden nu ook toegankelijk voor de massa. Het tijdperk van de confectiekleding was aangebroken. De feestelijke en euforistische stemming die heerste op deze manifestaties van de vooruitgang illustreert beter dan wat ook het optimisme en de zelfvoldaanheid van de 19de eeuw. Het idee om goederen op een bijzondere manier aan te bieden of ten toon te stellen is echter geen exclusief privilege van die eeuw. De wortels van dit idee moeten reeds gezocht worden bij de ontwikkeling van de jaarmarkt.

Laatste wijziging: woensdag, 8 oktober 2014, 20:53