Haim Steinbach
Rond 1978 zette Haim Steinbach een punt achter zijn schilderscarrière en vernietigde het merendeel van zijn produktie. (...) Het leek hem beter direct te gaan werken met door de mens gemaakte voorwerpen. Na een aantal andere installaties volgde een serie object-assemblages* : meestal één voorwerp geplaatst op een zelfgemaakt voetstukje. Het waren sentimentele hebbedingetjes of rariteiten geassocieerd met volkskunst en natuur, symbolen die binnenskamers bepaalde idealen belichamen. Het voetstukje was opzettelijk naïef als goed bedoelde huisvlijt in elkaar geknutseld. (...) Omdat de voorwerpen en de doe-het-zelf plankjes elkaar in idiotie dreigden te beconcurreren, ontwikkelde Steinbach rond 1984 een standaardmodel plank. Een wigvormig schap gemaakt van multiplex en beplakt met spiegelend, gemarmerd, monochroom en nephout formica. Bijna altijd werd één zijkant opengelaten zodat constructie en multiplex zichtbaar zijn.
Uit: Marjolein Schaap, Haim Steinbach, de archeologische waarde van linoleum. in: Metropolis M 1989 nr 1
Niet alleen omdat deze kunstenaar al in de jaren zestig natuurlijke materialen nabootste met formica, maar vooral vanwege de onbesliste staat waarin zijn sculpturen opzettelijk verkeren. Ze doen denken aan meubilair en gebruiksvoorwerpen, maar ontmaskeren zich in hun non-functionaliteit als kunst, (...) waarbij ze onomwonden en doelbewust hun dubbelzinnigheid te kennen geven. De uitgestalde voorwerpen van Haim Steinbach staan niet voor wat ze concreet zijn. De arrangementen zijn niet als een letterlijke voorstelling bedoeld. Er zit een 'draai' in het kijken. (...) Je kunt de assemblages van Steinbach zien als een beeld maar ook lezen als een tekst. Het is een minimal arrangement van een plank met dingen, maar ook een nabootsing van commerciële technieken en de manipulatie van de media. Het is een etalage van koopwaar en tegelijkertijd een metafoor voor het laat-industriële tijdperk en de vervreemding van de westerse cultuur.

Haim Steinbach, Zonder titel (Jugs, Mugs) No. 2, 1987