Rhonda Zwillinger
In de volgende fragmenten vertellen critici en kunsthistorici hoe het werk van de Amerikaanse kunstenares Rhonda Zwillinger (1950) tot stand komt en welke argumenten ze heeft om aldus te werk te gaan. Het is grappig om de verschillende reacties naast elkaar te leggen. Sommigen verwonderen er zich oprecht over dat deze kunst van eigenlijk niet serieus te nemen materialen het museum haalt, anderen gaan overstag en vallen voor de verleidelijkheid van diezelfde materialen. Die verleidelijkheid wordt door Rhonda Zwillinger welbewust aangezwengeld: door er veel, heel veel van te gebruiken.
Rhonda Zwillinger, Fertility, 1987
De schoonheid van diamanten en fluweel is vaak kostbaar en schaars. Omdat niet iedereen zich bij dit gegeven wilde neerleggen, moest er iets op worden gevonden: het glas werd geslepen en diamanten kostten nog maar een dubbeltje, het glas werd gekleurd en smaragden kosten nog maar een cent. Zo overweldigend was het succes van deze goedkope schoonheid, dat het ook de èchte glans en glitter voor velen onverteerbaar maakte. Om dit sprookje over kunst en kitsch nog ingewikkelder te maken, ging een aantal kunstenaars de goedkope glans en glitter gebruiken voor het maken van echte kunst.
De Amerikaanse kunstenares Rhonda Zwillinger is een van hen. Zij is zeker niet de eerste, maar wel een van de uitbundigste gebruikers van dit materiaal. Bijna alles versierde ze ermee: schoenen, tafels, lampen, schilderijen, kopjes en slaapkamers verdwenen onder een dikke laag pailletten, kralen, kunstparels, kunstbloemen, gekleurde stukjes glas, plastic schelpen en andere artikelen uit de bijouteriewinkel. Zwillinger gelooft dat alledaagse dingen weer magie krijgen als ze wordenoverladen met schone schijn. Ze maakt de volgende vergelijking: 'Ik ben een optimist. Als je tegen een kind altijd zegt dat het lelijk of dom is, dan zal het dat ook worden. Als je daarentegen zegt wat ben je mooi en wat ben je slim, dan zal het kind ook een mooie en slimme vrouw of man worden.'
Uit: Bianca Stigter, Schoonheid is meer dan een glinsterend oppervlak. in: NRC Handelsblad 21 nov. 1989
Maar overdrijft ze het niet? 'Je moet uit het leven zo veel mogelijk proberen te halen. Emoties kunnen niet extreem genoeg zijn. Maar zijn de sterren aan de hemel dan niet diepzinnig? En de stralende blik van iemand die lief heeft? Sneeuw die glanst in de nacht? Een kerstboom?' Alleen het laatste voorbeeld gaat op: een kerstster is geen echte ster. Vindt ze haar materiaal zelf mooi? 'Ja, ik vind het mooi. Maar dat is niet de reden waarom ik het gebruik. Het is mooi, maar ook lelijk en treurig. Het is door mensen gemaakt. Schoonheid is meer dan een glinsterend oppervlak.
Je moet er doorheen kunnen kijken. Het gaat niet om uiterlijke schoonheid, maar om een innerlijk licht.' Als dat de bedoeling is, heeft Zwillinger haar 'gimmick' te goed gebruikt. Haar vazen en schoenen roepen geen vragen op over kunst, maar over werkelijkheid. De vraag is niet of haar schoenen of schilderijen mooi zijn, maar of roze een mooie kleur is, of een roze glazen kraal mooi is en of heel veel roze glazen kralen nog mooier zijn. Zwillinger is in alle opzichten gul met haar materiaal. Als ik wegga graait ze in een zak en geeft me een handvol. Roze bolle ruiten van glas, rond doorschijnend parelmoer, een zilverkleurig knikkertje. Ze zegt dat ze eens een kunstwerk wil maken, waarin de kralen zijn vervangen door echte diamanten en edelstenen. 'That would be very naughty.'
Rhonda Zwillinger kiest opzettelijk voor het opheffen van de scheiding tussen kunst en objecten uit het dagelijks leven. Door hele gewone dingen als meubels, schoenen en muziekinstrumenten met kralen en glitter te bedekken, transformeert ze deze tot kunstvoorwerpen: de geijkte opvattingen over mooi en lelijk worden daardoor op de helling gezet en haar werk roept dan ook zowel plezier als afkeer op.Tegelijkertijd bedient Zwillinger zich van vele visuele cliché's. Beroemde bouwwerken als de Eiffeltoren, de Taj Mahal, de Londense Towerbridge en Hollandse molens, al die monumenten die ze tegenkomt op haar reizen, duiken steeds weer op, veelal geschilderd tegen een kitscherige zonsondergang. Behalve deze geografisch bepaalde invloed is film een belangrijke inspiratiebron: sterren als Clark Gable en Vivian Leigh in een aandoenlijk romantische scène of Judy Garland en Marilyn Monroe met de David van Michelangelo als het voorbeeld van de ideale schoonheid. Dit soort overbekende klassieke beelden wordt nog eens extra aangedikt door het gebruik van al die plastic kralen maar tegelijkertijd ook onderuitgehaald.
Uit: Marie-Helène Cornips, Exuberantie nu. in: Catalogus Minder kan het niet. Groninger Museum 1989

Rhonda Zwillinger, Foot fetishes, 1987