Maniëristische wandtapijten
Rafaël en Giulio Romano, kartonschilders.
Rafaël heeft zijn kartons opgevat als een monumentale compositie, groots opgezet zonder details. Hij geeft de mensen naakt weer, of in eenvoudige artistiek gedrapeerde tunieken, in een decor van op de antieken geïnspireerde architectuur of in een uitgestrekt landschap onder een diepblauwe hemel.
Maar het strenge klassicisme van Rafaël werd niet gerespecteerd door zijn opvolgers. De belangrijkste vertegenwoordiger van de school van Rafaël na de dood van de meester, Giulio Romano, maakt overladen composities waarin gekunstelde bewegingen overheersen met een stortvloed van bijfiguren, getekend met ingewikkelde verkorten en een grote overdaad aan details. Deze virtuositeit gaat vaak ten koste van de helderheid.
Sommige wandtapijten van Giulio Romano tonen een groots opgezette compositie krioelend van mensen. Andere tapijten herinneren aan de monumentale frescostijl, die de kunstenaar geschilderd heeft in het Palazzo del Tè in Mantua. (...)
Uit: Madeleine Jarry, La Tapisserie, Parijs 1968.
Bronzino, De geschiedenis van Jozef. De hereniging met Jacob
Gedurende de XVIe eeuw is Italië, na Vlaanderen, het land waar de productie van wandtapijten een hoge vlucht heeft genomen; niet alleen vervaardigt men er kartons voor heel Europa, maar men weeft er ook zelf wandtapijten waarbij men vaak een beroep doet op het Vlaamse vakmanschap. (...)
Ercole II, hertog van het huis d'Este in Ferrara liet twee kundige Vlaamse wevers, Nicolaus en Jean Carcher, overkomen. Zij trokken acht andere Vlaamse meesters aan en stichtten een werkplaats. Veel stukken die deze manufactuur verlieten waren bestemd voor de familie d'Este, de Gonzaga in Mantua en de Medici in Florence.
In het bezit van een opmerkelijke techniek konden deze wevers, overgeplant onder de Italiaanse zon, op basis van kartons van grote meesters als Giulio Romano series van een zeldzame schoonheid scheppen.
Bovendien waren de gunstige economische omstandigheden in Ferrara voor de eerste keer aanleiding om ervaring op te doen met een door een hof opgezette manufactuur, welke ervaringen op een grotere schaal zouden worden herhaald door de Medici in Florence. Naar het voorbeeld van het huis d'Este, besloot Cosimo I, groothertog van Toscane, een manufactuur te stichten die kon wedijveren met die van Ferrara.
Giulio Romano, De bronzen slang. Atelier van Jan en Nic. Karcher, ca. 1545
De 'Arazzeria Medica' bestond gedurende het bewind van de Medici, dat wil zeggen tot aan het begin van de XVllle eeuw. De twee meesters, belast met de leiding van de nieuwe vestiging, waren dezelfden van het atelier van Mantua. Vanaf het begin hadden de werken een uitgesproken eigen karakter omdat voornamelijk Florentijnse meesters de kartons schilderden. Deze schilders behoorden tot het Maniërisme. Zeer beïnvloed door het werk van Michelangelo, gaven zij de boorkeur aan gekunstelde composities, ingewikkelde bewegingen en aan personen die ze de gelegenheid gaven te spelen met de plastische vormen van het lichaam zoals bij 'De geschiedenis van Jozef', twintig tapijten ontworpen voor de 'zaal der Tweehonderd'. Het tapijtweven werd deel van de 'grote kunsten' en van deze generatie zijn alle kunstenaars van enig niveau betrokken bij karton-ontwerpen.
Cosimo I kon rekenen op een talentvolle groep schilders waaronder Pontormo en Bronzino. Hier moet ook de naam van de 'uomo universale' Vasari genoemd worden. Hij was vanaf 1555 belast met het toezicht op de gehele wandtapijten- decoratie in het Palazzo Vecchio in Florence. Zijn geschriften verklaren ons op zijn persoonlijke en originele manier de opvattingen over deze kunstvorm: Vasari stelt de rol van de schilder die het karton levert voorop en vat de rol van de wever op als een eenvoudige uitvoerder; dat blijkt ook uit de waardering voor het weergeven van de haren van de baard als met een penseel'. Overigens moesten de wandtapijten van de meester een aanvulling op de fresco's vormen en beschouwde hij ze niet als tijdelijke en verplaatsbare decoratie, maar integendeel als vaste en definitieve versieringen. De tapijten, die lang tentoongesteld zijn geweest, verkeren tegenwoordig in een slechte staat.