BRONNENBUNDELS
 


Immanuel Kant (1724-1804)

was een Duitse wijsgeer en grondlegger van de nieuwere filosofie. Zijn bemoeienissen met kunst waren puur theoretisch, maar in zijn filosofie vormt het esthetisch oordeel wel de essentiële schakel tussen de noodzakelijkheid der natuur en de vrijheid van de menselijke geest.

Uit: Immanuel Kant, Kritik der Urteilskraft,1790

De Natuur als macht

Macht is een kracht, die grote hindernissen overwint. Zij wordt heerschappij genoemd als zij ook de weerstand overwint van datgene, wat zelf macht bezit. De natuur, in een esthetisch oordeel als machtbeschouwd, die geen heerschappij over ons heeft, is dynamisch subliem.
Als wij de natuur moeten waarderen als dynamisch subliem, moet zij als een bron van vrees worden voorgesteld. klaar wij kunnen een object als "vreselijk" beschouwen zonder er "bang" voor te zijn, als onze waardering de vorm aanneemt van het eenvoudig "voor onszelf afschilderen" van onze wens er enige weerstand aan te bieden en het erkennen dat al zulke weerstand zeer gering zou zijn.

Iemand, die een gevoel van vrees heeft, kan de rol van beoordelaar van het sublieme van de natuur niet beter spelen dan iemand, die bezeten is van neiging en lust tot het schone. Hij vlucht voor de aanblik van een object, dat hem met schrik vervult; en het is onmogelijk om genoegen te putten uit vrees, die serieus in stand wordt gehouden. Daarom is het aangename gevoel, dat voortkomt uit het ophouden van een gevoel van onbehaaglijkheid, een toestand van vreugde.

Maar deze vreugde, afhankelijk van de bevrijding van een gevaar, gaat vergezeld van een besluit zich nooit meer in dit gevaar te begeven: in feite vinden wij het niet aangenaam om in onze herinnering terug te brengen, hoe wij ons bij die gelegenheid voelden, om maar niet te spreken van het op zoek gaan naar een gelegenheid om het opnieuw te ervaren. Kale, overhangende en als het ware dreigende rotsen, donderwolken opgestapeld langs het hemelgewelf, tesamen met bliksemschichten en donderslagen verdragen, vulkanen in al hun vernietigend geweld, orkanen, die een spoor van verwoesting achter zich laten, de eindeloze oceaan, die zich met opstandige kracht verheft, de hoge waterval van een machtige rivier en dergelijke, maken onze weerstand van gering belang in vergelijking met hun macht.

Maar, mits onze eigen positie veilig is, is hun aanblik des te attractiever vanwege hun vreesaanjagendheid; en wij zijn bereid deze objecten subliem te noemen, omdat zij de zielekrachten verheffen boven vulgaire gemeenplaatsen en binnen in ons innerlijk een weerstand ontdekken van geheel andere aard, die ons moed geeft om onszelf te kunnen meten met de schijnbare almacht der natuur.