![]() |
BRONNENBUNDELS |
Over Courrèges Vanaf het begin van zijn carrière als couturier heeft Courrèges zich afkerig getoond van de traditionele haute-couture en werkte hij onvermoeibaar aan zijn eigen creaties met hun ultra-moderne sfeer en uitstraling. Zowel in de kleding die hij ontwerpt als in de decoratie van zijn woon-werk ruimten en de shows van zijn collecties - een kruising tussen een benenshow en een striptease - verwerpt hij de salons met kristallen luchters van de oude gevestigde couturehuizen met alles waar ze voor stonden. Om zijn kleding en sfeer te karakteriseren gebruikte men al meteen het voor de hand liggende woord 'space-age' (tijdperk van de ruimtevaart). Hij heeft zich dan ook nooit door enige historische periode laten inspireren, maar ontwerpt voor het heden en de toekomst. Door de snit, de stof en het detail wordt een kledingstuk van Courrèges moeiteloos, waar ook ter wereld, als zodanig herkend. |
Uit: Paris fashion.
Ed. Ruth Lynam. Londen 1972 |
|
Courrèges, Moongirl, 1964 |
|
|
Er is geen enkele ontlening aan de jaren '20, '30 of '40, noch aan 'Bonnie and Clyde', 'De dood in Venetië' of enige andere mode-bepalende film. Het ligt meer voor de hand dat die kleding je verbeelding verplaatst naar het heelal en de pakken die astronauten dragen. Toen hij zijn huis opende en er in 1961 zijn eerste collectie showde, leefde de rest van de Parijse couture in een wereld van zelf ingenomen onaantastbaarheid. Op 36-jarige leeftijd presenteerde hij het tegenovergestelde van hetgeen er op dat moment in de modewereld te zien was. In 1961 ontving hij zijn eerste klanten in een kleine flat aan de Avenue Kléber, ver van de andere couturiers. Zijn eerste showruimte, een kleine kamer waarin slechts een vijftigtal kopers of journalisten konden worden gepropt, werkte door zijn afmetingen eerder kneuterig dan passend bij het ruimtetijdperk. |
||
Toch had het op de maan kunnnen zijn, zo ver was het verwijderd van al het verguldsel en pluche van de concurrerende huizen. Zijn vakkundige snit verleende zijn pakjes en jassen een driehoekig-uitstaande vorm die elke ronding eronder verborg. Hij hield van wit en van lichte pastelkleuren en biesde bijna alles af met wit. Er waren geen 'kleine zwarte' cocktailjurkjes te vinden in Courrèges' collectie; niets leek op de baljurk in de traditionele zin van het woord. Wat vrouwen het meest aantrok in zijn kleding was de jeugdige uitbundigheid die ervan uitging. Men kon erin hardlopen, springen en de benen laten zien. Ze gaven iemand een jongen zorgeloos gevoel. |
||
De stevige mannequins die hij inhuurde vertegenwoordigden
met hun bruine, atletische benen zijn 'look'. Hun forse stappen pasten
meer bij een hockeyveld dan bij een couture-salon. De witte laarzen met
platte hakken en de kleine platte schoenen die ze droegen accentueerden
hun korte A-lijn jurken. Elke week kreeg de Courrèges-look meer
aanhangers. Tijdens de revolutie van de mini-rok had Courrèges
succes met die prachtige gesneden broeken voor elk moment van de dag.
In die tijd werden broeken voor vrouwen alleen geaccepteerd op het platteland
of als tijdelijke vakantiekleding. Courrèges was de eerste die
ze introduceerde voor alle gelegenheden, zelfs voor gala-avonden. Zijn
broekpakken waren natuurlijk meesterwerken van snit en vakmanschap: de
benen leken slank als sigaretten, de verhoudingen perfekt.
|
||
De meest onvergetelijke collectie waar ik ooit een verslag
van maakte, was Courrèges' show van zijn voorjaarscollectie in
1964. Voor de modepers en de kopers was het een openbaring een ongelooflijke
sprong in het heden en de toekomst. De show was, in die kleine, witte
show-ruimte aan de Avenue Kléber, tegen een achtergrond van erotische
tam-tam muziek die de zintuigen van tevoren prikkelde, een ware belevenis.
De lange, gebruinde modellen kwamen één voor één
op in hun perfekt gesneden jassen en jurken en hun onberispelijke broekpakken.
Maar vooral de buitengewoon sexy uitstraling van de kleding deed onze
adem stokken van opwinding. Zoiets had men nog nooit gezien.
|