![]() |
BRONNENBUNDELS |
Claes Oldenburg
Het werk van Claes Oldenburg doorloopt verschillende
fasen. In 1961 maakte hij zijn eerste environment door zijn atelier tot
winkel (The Store) om te bouwen, waarin hij nagemaakte etenswaren en kledingstukken
te koop aanbood. Ik ben voor een kunst, die in het leven zelf zijn vorm vindt,
die rond draait en zich onmogelijk ver uitstrekt en opeenstapelt en springt
en druipt en die net zo zoet en dom is als het leven zelf. Ik ben vóór
een kunstenaar, die verdwijnt en met een witte pet op weer terugkomt en
dan reclameborden of gebouwen schildert. |
Uit: Claes Oldenburg, I am for an art .... in: Store Days, Documents from the Store (1961) en Ray Gun Theatre (1962), overgenomen in Bernlef en K. Schippers, Een chèque voor de tandarts, Amsterdam 1962 | |
Uit: Claes Oldenburg, Soft Art 1966 |
Zachte beelden verkeren in een primitieve staat maar met
behulp van plastic en rubber en nog te ontwikkelen technieken, zullen
er spoedig volledig tot in onderdelen uitgewerkte (in plaats van ballonachtige
symmetrisch aan elkaar gezette) opblaasbeelden zijn. Ik stel mij buitenbeelden
voor, die reageren op de wind. De beste voorbeelden zijn nog de reusachtige
ballonnen, die Macey's (1) op Thanksgivings Day (2) langs
Broadway laat waaien. De mogelijkheid om zachte beelden te bewegen, de
weerbarstigheid om ze in één positie te houden, hun 'eigen
leven' verbindt ze met de begrippen tijd en verandering. (1) warenhuis in New York |
|
|
Claes Oldenbrug, Honkbalknuppel, 1977, h. 33,5 m |
|
Uit: Paul Carroll, Interview met Claes Oldenburg 'The Poetry of Scale. in: Proposals for Monuments and Buildings 1965-1969. Chicago 1969 |
Monumenten gingen als onderwerp iets voor mij betekenen
in de lente van 1965. Na een jaar reizen door Europa en de Verenigde Staten,
weg uit New York, betrok ik een nieuw atelier in East 14th Street. Het
nieuwe atelier was reusachtig groot, de lengte van een stratenblok, en
die afmetingen dreven mij, samen met mijn reisherinneringen, in de richting
van iets doen met landschappen. Ik kon dat niet zo goed verenigen met
wat ik daarvoor had gedaan, tot ik op het idee kwam om mijn meest geliefde
voorwerpen in een landschap te plaatsen, een combinatie op schaal van
stilleven en landschap. Door de atmosfeer weer te geven en perspectief
toe te passen, maak ik de voorwerpen 'kolossaal'. (...) Als ik voor een nieuwe stad monumenten ga maken, gebruik
ik die stad als atelier. De eerste twee of drie weken in een nieuwe stad
probeer ik zoveel mogelijk plaatsen te bezoeken en te worden rondgeleid
door mensen die er wonen en de stad goed kennen. Ik luister wat ze erover
zeggen. Ik probeer ook elke krant of elk blad te lezen. Ik maak veel schetsen.
En ik bestudeer het eten. (...) Ik voelde me vereerd maar was tamelijk bang om uit mijn
element te raken. Ik begon me net te interesseren voor de relatie van
mijn ontwerpmonumenten tot de traditie. (3) Massachusett's Institute of Technology |
|
![]() |
Claes Oldenburg, Reuze zaag - harde uitvoering, 1969 |
|
Uit: Claes Oldenburg, How to keep Sculpture Alive In and Out of a Museum. in: Arts, oktober 1969 |
Fragmenten hebben altijd mijn belangstelling gehad. Ik denk dat een van de grote verschillen tussen de visie van een kunstenaar en, als die tenminste bestaat, de visie van een normaal persoon is dat de kunstenaar de neiging heeft in fragmenten te kijken. Ze hebben de neiging een deel van de lamp, een deel van de telefoon, een deel van de asbak te nemen en daar een geheel van te maken en net te doen of de rest niet bestaat. Ze neigen er toe alleen maar naar bepaalde onderdelen te kijken. Wat ik in de vroege fragmenten wilde, bijvoorbeeld in The Store, die een heleboel fragmenten uit de reclame heeft, was het onderwerp beperken tot datgene wat me interesseerde en waarvan ik een nieuw geheel kon samenstellen. Dus had ik altijd het idee dat zien in principe een fragmentarische activiteit was. Als ik over straat liep, zag ik alleen bepaalde dingen en ik wilde die visie getrouw blijven. Fragmenten zijn ook goed omdat ze oproepen wat er tussen
ligt en zo'n klein stuk van iets kan het totaal oproepen. Maar de laatste
tijd gaat mijn belangstelling ook uit naar de veranderingen die fysiek
met dingen gebeuren als ze in fragmenten worden verdeeld, zoiets als
wanneer je een bord laat vallen. Ik had één groot monument
bedacht voor het Grant Park in Chicago, dat er uit zou zien alsof een
enorm bord met roereieren in het park was gevallen. Het zou zo gereconstrueerd
worden dat je het ene stuk hier, het andere daar tegenkwam en elke keer
als je dat deed, zou het iets op zichzelf zijn en het zou je ook bewust
maken van de ruimte van het hele park, omdat je had geweten dat de andere
delen er ook waren. (
) |
|
![]() |
Claes Oldenburg, zacht toilet, 1966 |