![]() |
BRONNENBUNDELS |
Segal Segal houdt zich ver van de agressiviteit van Pop Art maar ook van de humor ervan. Zijn gipsafgietsels zijn naar levend model, zodat de natuurgetrouwe gelijkenis aan de binnenkant zit en dus onzichtbaar is. Hij heft meer gemeen met de happening-kunstenaar Allan Kaprow dan met Pop; zijn 'tableaux' van witte figuren in omgevingen met echte voorwerpen (naast een Cola-automaat, in een buschauffeursstoel, tegen een bioscoopingang) lijken plotseling bevroren happenings. Zijn esthetiek is die van de creatieve fotograaf met een verborgen camera. 'De menselijke gestalte kan oneindig veel gebaren en houdingen aannemen', heeft Segal gezegd. 'Mijn voornaamste bezigheid is de gebaren, die het meest sprekend zijn, te selecteren en te bevriezen om tot het beste resultaat te komen .... |
Uit: Lucy R. Lippard, Pop Art. Londen 1966 | |
Ik hoop op een onthullende waarneming, een plotseling inzicht ....ik probeer de ernst en de waardigheid van de persoon vast te leggen ....ik ben afhankelijk van het karakter van het model om mijn doel volledig te bereiken'. Hoewel de afzonderlijk of als groep opgestelde figuren van Segal buitengewoon sprekend kunnen zijn, komt hun stilzwijgen minder voort uit isolement dan uit de afstandelijkheid, die ze door hun spookachtige kleur krijgen. Anders zouden ze veel meer gewoon figuratief zijn. Hij is een echte 20ste eeuwse genrekunstenaar* , bezig met eenvoudige, alledaagse handelingen die een afspiegeling vormen van het algemeen menselijke. |
||
Hoewel Segal strikt genomen geen Pop-kunstenaar is, kwam hij via de Happenings ook in het Pop-milieu. Hij was leerling geweest van de abstract-expressionisten. Hij wilde de menselijke figuur schilderen maar dat was moeilijk in een abstracte periode. Hij was ook ontevreden met het twee-dimensionale doek. In 1954 ontmoette hij Kaprow en de eerste happening van Kaprow vond plaats op de boerderij van Segal in New Jersey. In hetzelfde jaar maakte Segal een groep van drie figuren uit kippegaas, canvas en gips, die hij vóór schilderijen van interieurs plaatste op zijn tentoonstelling in de Hansa Gallery in 1959. In 1961 kreeg hij een afgedankte partij met gips doordrenkt verband. Segal zag de mogelijkheden van dit materiaal en zo kwam hij tot zijn volledig ontwikkelde techniek. Deze bestaat er uit dat een persoon stap voor stap met door gips doorweekt doek wordt bedekt. |
Uit: Michael Compton, Pop Art | |
Als het gips hard wordt, wordt het weggesneden en van de stukken worden weer menselijke gestalten gemaakt. Het is belangrijk dat er geen positief afgietsel wordt gemaakt. De gedetailleerde afbeelding is de onzichtbare vorm in de holte binnenin. Zijn eerste op deze wijze vervaardigde werk was 'Man sitting at a table'. Vervolgens plaatste hij al zijn figuren temidden van echt meubilair of wat er verder bij hoort. In een werk als 'Benzinepomp' is er een groot verschil tussen de gewone, echte omgeving en de witte gesloten figuren, waarvan de details verdwenen zijn onder een ruwe laag gips. Dit brengt het medeleven met de personen scherp in beeld en zijn begaan zijn met menselijke wezens onderscheidt Segal van de Pop-kunstenaars, die hun gevoelens ten aanzien van de mensheid uitdrukken door middel van voorwerpen en afbeeldingen daarvan. Het is alleen zijn belangstelling voor een niet in regels vastgelegde kunst en het feit dat zijn figuren, tegen wil en dank, in een Pop-omgeving vertoeven, dat Segal verwant doet zijn met de andere Pop-kunstenaars. |
||
![]() |
George Segal, Walk, Don't Walk, 1976 |