![]() |
BRONNENBUNDELS |
Jacob van
Campen en Berlage
Berlage werd bij het ontwerp van de Beurs direct geconfronteerd met het
belangrijkste monument uit de klassicistische barok in Nederland, het
stadhuis van Van Campen. Dit gebouw werd niet zozeer als voorbeeld van
een stijl uit het verleden gezien, maar meer als symbool en monument van
de bloei van Amsterdam in de 'gouden eeuw'. (...) Daarom schiepen zij geen monument van geld- en handelskapitaal, waarvan
de macht naar hun idee niet eeuwigdurend kon zijn, maar een monument voor
de stad Amsterdam, waarvan de ruimte in zekere zin tijdelijk als beurs
diende. Als half openbaar gebouw moest de beurs vanaf het begin enkele
functies overnemen die het stadhuis van Van Campen had vervuld, voordat
het in het koninlijk paleis werd veranderd. Deze ideële bestemming
van de beurs bracht Berlage door een aantal subtiele verwijzingen tot
uitdrukking. |
Uit: Manfred Bock, Anfänge einer neven Architektur Berlages Beitrag zur architektonischen Kultur der Niederhnde im ausgehende 19. Jahrhundert, 's-Gravenhage, 1983 | |
|
||
De Vierschaar
en de aangrenzende ingangen in het uitspringende middendeel van het stadhuis
liggen, door een arcade verbonden, open aan de Dam. De twee toegangen, de
trap, de burgerzaal en de galerij rond de binnenplaatsen, vormen een serie
ruimten die in helderheid, hoogte en verhoudingen sterk met elkaar contrasteren.
Ook de zalen en voorhallen in de beurs vormen, hoewel in een heel andere
architectonische taal, door galerijen en passages een dergelijk ruimtelijk
geheel. Deze openheid van de ruimtelijke organisatie maakte Berlage ook
aan de buitenzijde zichtbaar doordat hij de twee vensterparen rechts en
links naast de hoofdingang aan het Beursplein zo plaatste dat men het gebouw
in zijn totale diepte erdoor kan overzien.
Het middendeel van het stadhuis verheft zich boven een arcade van zeven
gelijke bogen die openen op de Dam. Achter de drie middelste bogen liggen
de ingangen van de vierschaar, terwijl de rechts en links aangrenzende
twee bogen de eigenlijke ingang naar het stadhuis vormen. (...) |
||
Deze afwijking van Van Campens schema had natuurlijk praktische gronden,
maar er steekt meer achter. Berlage dwong de beursmensen ertoe om eerst
de voorhal te betreden voordat zij naar hun werk konden en juist in deze
ruimte legde hij door een versiering met voorstellingen die eigenlijk
niet passen in een vestibule, een belangrijk iconografisch zwaartepunt.
|