![]() |
BRONNENBUNDELS |
Kunst voor het volk tijdens de Russische Revolutie |
Uit: Marina Schneede, Produk-tionskunst. in: Anziehungs-kräfte. Cat. München 1986 | |
Ze werkten aan de agitkunst en drukten blijvend hun stempel op de discussies
over de gebruikswaarde van kunst in het leven. De kunstenaars besloten
zich, in overeenstemming met de revolutionaire doelen, op de productie
te richten. Wie vasthield aan de autonomie van de kunst, zoals Kandinsky,
emigreerde. Slechts Kasimir Malevitch, die zijn experimenteel onderzoek
voortzette, bleef in de USSR. Zij die de kunst in het dagelijks leven
invoerden, de constructivistische esthetiek in de productie op wilden
laten gaan, zijn in dit verband voor 'Mode en kleding' van belang. Vrouwen
als Varvara Stepanova en Ljubov Popova behoorden vanzelf- |
||
Het zelfbewustzijn van de Russische vrouwen berustte, vroeger dan in westelijke landen, op in praktijk gebrachte gelijke rechten, tenminste op het gebied van de cultuur. In geen ander land, in Frankrijk, noch in Duitsland of Amerika, hadden vrouwen zo'n groot en beslissend aandeel in het kunstleven als in Rusland en dat al vóór de oktoberrevolutie die hen politieke gelijkheid bracht. Kunstenaars zoals EI Lissitsky zagen in de revolutie een bevrijding van de slavernij 'waarin enkele kleine groepen luxe voor een beperkte laag uit de maatschappij produceerden' en hoopten dat 'nu iedereen voor iedereen werkt, alles wat gemaakt wordt kunst is.' Deze kunstenaars wilden de elementaire vormen die ze in de schilderkunst ontwikkeld hadden, op alle voorwerpen uit hun omgeving overbrengen en zo in de zin van de revolutie, op de maatschappij laten inwerken. Popova en Stepanova hebben in 1923/24 door hun kleding en textielontwerpen voor de 'Eerste staatstextielfabriek' in Moskou de kunstnijverheid uit de tijd na de revolutie in de Sovjet-Unie het sterkst beïnvloed. |
||
Varvara Stepanova, Ontwerpen voor
sportkleding, 1923-24 |
|
|
In 1925 toen ze met hun textielontwerpen op de grote 'Exposition Internationale
des Arts Décoratifs et lndustriels Modernes' in Parijs vertegenwoordigd
waren, werden ze door de critici geniaal genoemd. Ljubóv Popóva
(1889-1924), die tot 1920 voornamelijk schilderde, nam in vergelijking
met Rodchenko en zijn vriendin Stepanova, nauwelijks aan de maatschappelijke
organisatie van het kunstwereldje deel. Zij had daarna voor het theater
de meest consequente oplossingen, bijvoorbeeld de beroemd geworden werkkleding
voor acteurs, bedacht en ook rationeel doordachte en tegelijk elegante
modeontwerpen gemaakt. Enkele kledingontwerpen, waarvan het klaarblijkelijk
de bedoeling was de mens boven zijn milieu te verheffen, vallen op door
gedurfde kleurcombinaties zoals bijvoorbeeld haar jurk met grote kleurencirkels
op toen zeer modieuze witte voile 1). Hier wordt de tweespalt
duidelijk: enerzijds richtlijnen scheppen voor de massa en anderzijds
het gevoel voor individualiteit en actualiteit tot zijn recht laten
komen. 1) soepelvallende, zeer dunne stof |
||
In feite bleef zo'n industriële productie een uitzondering.
Het ontbrak aan kwantitatieve en kwalitatieve mogelijkheden, aan machines,
geschoolde arbeidskrachten en grondstoffen, zodat de meeste vrouwen hun
jurken nog lang zelf moesten naaien en niet voor kleding bedoelde stoffen,
zoals overtrekken (tijken) en theedoeken, gebruikten. Kunstenaars publiceerden
hun ontwerpen steeds weer in de verschillende tijdschriften in de hoop
dat ook de bescheiden coupeuse of de vrouw die zelf naait, ze zou kunnen
gebruiken, geholpen door bijgevoegde eenvoudige knippatronen en aanbevelingen
voor geschikte stoffen.
|
||
Popóva stierf in 1924, Alexandra Exter emigreerde
in hetzelfde jaar en Varvàra Stepànova wendde zich tot andere
gebieden van de kunst. Popova en Stepanova werkten dus maar net drie jaar
in de ontwerpaf-deling van de 'Eerste katoendrukfabriek' in Moskou aan
ontwerpen voor dessins en kledingmodellen. Van hun ontwerpen is bijna
niets overgebleven. De jurken waren met de hand genaaide unica, eigenlijk
proto-types. Ze zijn nooit in serieproductie gegaan. De plaats van constructieingenieurs,
die door de theoretici van de produktiekunst bedoeld was, hebben ze helemaal
niet kunnen innemen, omdat de arbeidsdeling die daarvoor nodig was op
dat moment nog niet bestond in de Sovjet-Unie.
|
|