BRONNENBUNDELS
 


De Wiener Secession

De Secession was een afscheidingsbeweging van kunstenaars die niet tevreden waren met de tentoonstellingsmogelijkheden. Gustav Klimt richtte in 1897 de Wiener Secession op. De architect Olbrich ontwierp een tentoonstellingsgebouw dat in 1898 al in gebruik genomen werd en een druk tentoonstellingsprogramma mogelijk maakte. Het gebouw was, net als de kunst die erin tentoongesteld werd, onderwerp van hevige discussies.

Over het nieuwe gebouw van de Secession, 1898

Is het Secessionsgebouw een eerlijk gebouw? En is het decoratief? Dit eerste kunnen we zonder meer bevestigen. Je ziet meteen het karakter ervan. Dit kan alleen maar een onderkomen voor kunstwerken zijn. De drie delen waaruit het gebouw bestaat vallen onmiddellijk op: onder de bekronende koepel van laurierbladeren bevindt zich de voorhof bedoeld voor de zuivering van de geest, dan de ruimte voor de kunstwerken en tenslotte de architectuur voor meditatie en gebed, de kapel. Verdorven als wij zijn komt dit alles ons nu echter nogal vreemd en zonderling voor. Onze woningen zien er immers uit als paleizen waarmee we pronken. De woning is eigenlijk bedoeld om te werken maar wordt bestemd voor feesten.

 

 

 

Uit: Hermann Bahr, Meister Olbrich. in: Die Wiener Moderne, 1981

 

De huizen verbergen hun karakter; wij hebben verleerd wat een facade is. Wij zijn gewend de facade te zien als een simpel spel van zuilen, balken en versieringen. We moeten eerst nadenken om het ware karakter van dit huis te zien. Maar is het ook decoratief? Velen zeggen van niet. Ze klagen dat het monotoon is, ze missen de kleur en beweren dat men van geen enkele kant een rustig beeld krijgt van het totaal. Wij weten immers geen onderscheid meer te maken tussen decoratief en de G'schnas (gemaskerd bal van de Weense kunstenaars). Alles moet onrustig, bont en grillig zijn. Voor het fraaie effect van grote vlakken hebben we geen oog meer. Het bouwen is een zinloos spel met mooie vormen zonder betekenis geworden. Het is oppervlakkig geworden en moet grappig en geestig zijn. Alle waardigheid, de dwingende ernst van het wezen van de kunst, de grootheid is deze vorm van kunst, de strengste van alle, ontnomen.

J.M.Olbrich, Secessionsgebouw in 'Ver Sacrum'

Uit: Henry Paris: Einige Stunden bei Professor Olbrich. in: Echo de Paris, 1906

Op bezoek bij Professor Olbrich

(...) 'Kunst is niets anders dan 'de evenwichtige en op schoonheid gerichte vormgeving van het leven. Kunst is niets anders dan het leven gezien door het oog van een bepaald temperament dat zich bewust is van zichzelf. Kan een kunstopleiding dit bewustzijn opwekken? Neen! (...) Men beweert dat ik de Klassieken niet ken. Terwijl ik de 'Prix de Rome' heb gewonnen in de Weense prijsvraag voor architectuur. Ik ben twee jaar in Italië geweest en ik ken de meesters van de klassieke kunst vermoedelijk beter dan die studeerkamergeleerden. Ik heb altijd vijanden gehad. In 1898 had ik in Wenen net het Secessiongebouw voltooid. Toen ik er op een zondagmorgen langs liep herkende ik het gebouw niet meer. Het gepeupel had de gevel besmeurd met vuil en afval. Het was zondag en nergens was een arbeider op te trommelen die het zou kunnen verwijderen. De hele dag hoorde ik de schimpscheuten aan en 's avonds moest ik mij via een zijstraat in veiligheid brengen. Hier ben ik de vreemdeling, ik ben als inwoner van Wenen en komend van elders degene die brave burgers aan het schrikken brengt.' 'Maar u heeft toch meer en meer succes?' 'Dat klopt. In Engeland, Amerika en Frankrijk waar ik misschien in 1911 een tentoonstelling heb. Voor volgend jaar heb ik een opdracht van de industriëlen Gluckert, die in hun fabriek alle Jugendstilmeubelen vervaardigen. (...)

Een aantal van mijn studenten hebben thans in Pruisen uitstekende banen en ik hoop dat ze mijn ideeën uitdragen en de mensen wakker zullen schudden en hun de nieuwe opvattingen zullen uitleggen.' (...) 'Wat is uw laatste, belangrijke werk? Wat beschouwt u als een van uw beste?' 'Komt u mee naar het atelier, ik zal het u laten zien.' De professor laat mij een paar foto's zien van het gebouw dat destijds voor de tentoonstelling in Keulen werd gebouwd. Een juweel van eenvoudige, zuivere kunst, waarvan de afbeeldingen alleen al iemand enthousiast maken. Op het gebouw staat de zin die Olbrich zich heeft eigen gemaakt: Om te kunnen leven moet de mens zich naar binnen keren en de natuur inademen. De door professor Olbrich ontworpen huizen zijn inderdaad gemaakt om in weg te kunnen dromen en om tot zelfbezinning te komen.(...) Deze kunstenaar houdt zich met alles bezig; alles wat door zijn handen gaat, komt er glanzend en bezield uit tevoorschijn: een ketting, een piëdestal, een waaier, het handvat van een paraplu. Levenloze voorwerpen beginnen te 'leven' en geven hun verborgen en door het verstand niet te verklaren symboliek prijs.