![]() |
BRONNENBUNDELS |
Titiaan Vasari (1511-1574), als schilder opgeleid in Florence, schreef als
eerste een boek over de kunstenaars van de Italiaanse renaissance. Vasari
heeft uiteraard (net als de in het verhaal opgevoerde Michelangelo) een
Florentijns oordeel over de Venetiaanse schilderkunst. Het verhaal begint
met de iets oudere schilder Giorgione wiens werk voor de jonge Titiaan
een belangrijk voorbeeld is geweest. Omstreeks het jaar 1507, begon Giorgione van Castelfranco, die niet tevreden was over de toen gevolgde methode, zijn schilderijen meer zachtheid en meer modelé te geven. Ondanks zijn ontwikkeling naar een meer verfijnde stijl ging Giorgione echter nog steeds te werk door zich voor levend model of natuurlijke objecten te zetten en ze weer te geven met kleuren die in toetsen van harde of zachte schakeringen werden opgebracht Hij begon niet met tekenen, daar hij er vast van overtuigd was dat direct met kleur schilderen, zonder een tekening te raadplegen, de meest waarachtige en de beste werkwijze was en de ware ontwerpkunst inhield. |
Uit: Giorgio Vasari,
Le Vite etc. Oorspr. uitgave Florence 1555 |
|
Giorgione/Titiaan, Concert champétre, ca. 1508 |
|
|
Giorgione zag niet in dat als een schilder zijn compositie in evenwicht wil brengen en zijn verschillende inventies of vondsten goed wil rangschikken, hij eerst verschillende schetsen op papier moet maken om te kijken hoe alles valt te combineren. Het idee dat de kunstenaar in zijn hoofd heeft, moet vertaald worden in wat het oog kan zien en alleen met behulp van zijn ogen kan de kunstenaar dan een gezond oordeel vormen wat betreft de inventies die hij heeft bedacht. Daarenboven moet de kunstenaar als hij het naakt wil doorgronden, dit zeer zorgvuldig bestuderen en hij kan dit alleen doen door te tekenen. De schilder wordt een slaaf als hij een naakt of gedrapeerd model vóór zich moet hebben gedurende al de tijd dat hij aan het werk is. Door daarentegen voortdurend op papier te werken leert hij van lieverlee hoe hij met gemak moet schilderen en tekenen als hij het uiteindelijke werk gaat uitvoeren. Wanneer hij op deze manier ervaring opdoet, ontwikkelt hij een volmaakt oordeel en stijl en wordt hij niet moedeloos door het werk en de inspanning, die kenmerkend zijn voor het werk van de eerder genoemde kunstenaars. (...) |
||
Al voor de plundering van Rome was Pietro Aretino, een van de meest beroemde eigentijdse dichters, in Venetië gaan wonen, waar hij zeer bevriend raakte met Titiaan. Dit bracht Titiaan veel eer en voordeel, want Aretino maakte hem bekend zover zijn pen reikte, vooral bij belangrijke vorsten. (...) In 1546 ging Titiaan naar Rome, waar toen kardinaal Farnese op het toppunt van zijn macht was. Daar ontmoette hij Giorgio Vasari (= de schrijver zelf, red.) die aan het werk was voor de kardinaal aan de hal van het Palazzo della Cancelleria. (...) Op een dag gingen Michelangelo en Vasari op bezoek bij Titiaan in het Belvedere, waar ze een schilderij zagen van een naakte vrouw dat Titaan net had voltooid. Het stelde Danaë voor met in haar schoot Jupiter die in een regen van goud was veranderd. Vanzelfsprekend prezen zij, zoals gebruikelijk als de kunstenaar zelf aanwezig is, het werk in warme bewoordingen. Nadat ze waren weggegaan begonnen ze over Titiaans werk te discussiëren. |
||
![]() |
Titiaan, Danaë, 1554 |
|
Michelangelo was er een groot voorstander van en zei dat
Titiaans koloriet en stijl hem zeer aanstonden, maar dat het jammer was
dat ze in Venetië niet meteen vanaf het begin goed leerden tekenen
en dat die schilders hun studie niet wat methodischer aanpakten. Want
de waarheid was, ging hij door, dat als Titiaan evenveel door kunst en
tekenen was geholpen als door de natuur, en vooral in de weergave van
levende onderwerpen, dan zou niemand meer kunnen bereiken en beter kunnen
werken, want hii had eenijnzinnige geest en een levendige en verrukkelijke
stijl. Wat Michelangelo zei was zeker niets anders dan de waarheid, want
als een kunstenaar niet veel heeft getekend en zorgvudig uitgekozen antieke
en moderne werken heeft bestudeerd, kan hij niet goed uit zichzelf, uit
het geheugen, tekenen of wat hij naar het leven tekent corrigeren en zo
zijn werk de gratie en de volmaaktheid van de kunst geven die de natuur
te boven gaan, waarvan sommige aspecten minder mooi kunnen zijn.
|
||
Titiaan schilderde ook een werk dat laat zien hoe Europa
op de rug van de stier naar zee wordt gedragen. Ook dit schilderij is
in het bezit van de katholieke koning (van Spanje) en wordt voor zeer
kostbaar gehouden vanwege de levendigheid die Titiaans koloriet aan de
figuren heeft verleend, die net echt lijken te leven. Het is zeker waar
dat de werkwijze van Titiaans laatste schilderijen zeer verschilt van
de manier waarop hij in zijn jeugd werkte. Want de vroegere werken zijn
uitgevoerd met een ongelooflijke verfijning en ze kunnen zowel van ver
als van dichtbij worden bekeken.
|
|
|
Michelangelo, De heilige familie, 1505 |
![]() |
|
Deze laatste werken daarentegen zijn uitgevoerd in kloeke,
forse streken en in kleurtoetsen met als resultaat dat ze van dichtbij
niet zijn te bekijken, maar op een afstand perfect lijken. Deze schilderwijze
is de reden voor de klungelige doeken van de vele kunstenaars die Titiaan
probeerden te imiteren en zich (overigens) ervaren meesters betonen. Want
hoewel velen denken denken dat Titiaans werk zonder veel moeite is geschilderd,
is dit geheel bezijden de waarheid. Degenen die zo denken houden zichzelf
voor de gek. In feite is het duidelijk dat Titiaan zijn werken heeft geretoucheerd
door er verschillende keren met zijn kleuren overheen te gaan, zodat hij
zich kennelijk veel moeite heeft gegeven. De door hem gehanteerde methode
is oordeelkundig, mooi en verbazingwekkend, want het lijkt of de schilderijen
leven en met grote artisticiteit zijn geschilderd, maar de moeite die
het heeft gekost blijft verborgen.
|
|