BRONNENBUNDELS
 


Het Paleis op de Dam

Het ligt niet voor de hand het Paleis op de Dam, het voormalige Amsterdamse stadhuis, te vergelijken met het pas geopende stadhuis van Almere. Een letterlijke verwijzing van Cees Dams jongste gebouw naar de voormalige Amsterdamse bestuurszetel is er niet. Waarschijnlijk is de gedachte daaraan zelfs niet bij de architect opgekomen. Toch is het instructief beide gebouwen naast elkaar te stellen, omdat het de vraag hoe een representatief bestuursgebouw in Nederland er tegenwoordig uit kan zien in een breder perspectief plaatst.

Jacob van Campen bouwde in een bestaande stedelijke structuur, ook al moest er fors worden gesloopt om de bouw van zijn stadhuis mogelijk te maken. Hij maakte een gesloten gebouw, waarin hij de verschillende vertrekken rationeel rond twee sobere binnenhoven organiseerde. Cees Dam moest in een vooralsnog open landschap bouwen. Hij bracht zijn ruimten onder in drie uitwaaierende blokken met gangbare kantoortypologieën: een enkel- en een dubbelcorridorsysteem 1).

1) indeling met een doorsnijding van één of twee gangen

Uit: Hans van Dijk, Over smaak en rijkdom. Het stadhuis in Almere van Cees Dam. in: Archis, 3/87
Plattegrond van het stadhuis in Amsterdam

Ondanks de nagestreefde oriëntatie op de open ruimte kijkt men vanuit deze blokken vooral neer op het prozaïsche, betonnen dak dat boven het parkeerterrein is aangebracht. Het voormalige Amsterdamse stadhuis werd gebouwd in de stijl van zijn tijd: het Hollandse classicisme, een sobere bouwtrant die destijds al als onpersoonlijk werd beschouwd. Het stadhuis in Almere heeft aan de buitenkant een zakelijke, eigentijdse vormgeving, waar onafgewerkt beton, witgemoffeld aluminium en glas het beeld bepalen. Van Campen sprong in het exterieur van zijn gebouw spaarzaam om met versieringen en symbolische toevoegingen. Het beeldhouwwerk in de frontons, de Korinthische kapitelen en de festoenen zijn volkomen ondergeschikt aan de streng-classicistische venster- en pilasterordening van de gevels. De toren op het gebouw is die naam nauwelijks waard. Het is een opgesierde klokkenstoel, die niet hoger is dan strikt noodzakelijk. Als symbolisch baken dat vanuit alle hoeken van de stad zichtbaar is en dat als identificatiepunt voor de stadsgemeenschap kan dienen is het beslist nooit bedoeld geweest.

Jacob van Campen, Stadhuis Amsterdam

Axonometrische afbeelding van het stadhuis in Almere