BRONNENBUNDELS
 


Het nette pak

Aan het begin van de twintigste eeuw gold hoe meer verschillende kostuums er werden gedragen, des te hoger was de maatschappelijke status van de drager. De dagelijks bezigheden van de hogere standen waren verdeeld in allerlei activiteiten, die allemaal om een passend kostuum vroegen. Men kon nu zijn stand tonen door het na elkaar dragen van veel verschillende kleding. Of zoals een boek over etiquette in 1924 stelt: 'In de betere kringen speelt kleding een belangrijke rol als uiting van beschaving. Er wordt in de namiddag een nette jurk gedragen en een andere voor bezigheden 's avonds. Er is kleding voor trouwpartijen die weer anders is dan voor een tuinfeest.

Uit: Alison Lurie, The Language of Clothes, Feltham 1983.

Heren dragen een pak voor zaken en een ander voor het diner. Waar beschaving zijn hoogtepunt bereikt heeft, komen kleding en mode volmaakt tot ontwikkeling: Nu, aan het eind van de eeuw, heeft de hedendaagse man geen behoefte aan een jasje voor 's morgens, een pandjesjas, een geklede jas en een dinnerjacket met daarbij passende broeken, hemden en schoenen, zoals aan het begin van de eeuw het geval was. Ook veel hedendaagse vrouwen hebben geen kleding meer uitsluitend bestemd voor 's ochtends en ook geen wandelkostuums, namiddagkostuums, losse maar toch chique jurken om thee te drinken, kleding voor op reis en avondkleding. Het was toen buitengewoon onbehoorlijk en gênant om kleding te dragen voor de verkeerde tijd of plaats.

Omslag van The NewYorker uit 1945: wat een militair bij terugkomst na de oorlog geacht wordt aan kleding aan te schaffen.

Conservatief kleedgedrag

Zelfs in gezelschappen die verschillen in leeftijd en beroep gelden bepaalde algemene kledingregels. De behoudende leden van de groep blijven bij voorkeur conservatieve kleren dragen die gemaakt zijn van zwaardere stoffen en gedekt van kleur en behoudend van snit zijn. Vergeleken bij anderen zijn ze meer 'volwassen' gekleed, ongeacht de politieke kleur van de groep. Bij een groep van middelbare leeftijd of ouder, zullen de wat meer conserva-tieven doorgaans modieuze trends vermijden. Vaak zullen ze enige jaren op de mode achterlopen, als symbolische uiting van hun gehechtheid aan het verleden. (...) Als de mode zelf plotseling jeugdig wordt, neemt de tegenzin van ouderen om hun behoudende kledingstijl af te zweren nog toe. Dit was bijvoorbeeld het geval direct na de Eerste Wereldoorlog met als gevolg dat familiefoto's van begin jaren twintig een vreemde verzameling kleren tonen. Sommige ouderen zijn nog net zo volumineus gekleed als tien tot vijftien jaar eerder. Anderen zijn veel slanker en dragen de sluike, kinderlijke mode van het Jazztijdperk.

Hetzelfde verschijnsel is te zien op foto's van eind jaren zestig. Zij die de jeugdcultuur afwijzen, dragen elegante, formele, volwassen kleren die zonderling contrasteren met het lange haar en de schilderachtige kleren van hun verwanten. Op sommige foto's uit deze tijd lijkt het of leden van verschillende generaties niet uit hetzelfde land komen, laat staan van dezelfde familie zijn. Als de mode verandert van een jeugdige naar een meer'volwassen' stijl, zoals in de jaren vijftig, is de overgang geleidelijker. De stijlen worden snel opgepikt door de volwassenen, terwijl de jongere mee kan groeien met deze mode. Sommige adolescenten blijven zich kinderlijk en sportief kleden tot ze van school komen. Als ze een baan gaan zoeken, bezwijken ze vaak voor de heersende 'volwassen' mode. Dit heeft als gevolg dat op familiefoto's bijna iedereen boven de twintig lijkt te behoren tot dezelfde cultuur, een duidelijk teken dat het generatieconflict is afgenomen.

Uit: Alison Lurie, The Language of Clothes, Feltham 1983.

De jeugdmodes van gisteren: sociaal protest met de Punk Look

Groepen die hun maatschappelijke ontevredenheid willen uiten, neigen ertoe karakteristieke kleding te gaan dragen. De Beatniks, Teddy Boys (herenpak met lang jasje en nauwsluitende broek) uit de naoorlogse periode, de Mods en de Rockers van de jaren vijftig en de Hippies van de jaren zestig, uitten zich allen veelzeggend in de taal van hun kleding. Weer later zette Punk de strijd tegen algemeen geldende normen voort. De oorspronkelijke Punk Look dook eind jaren zeventig op in Londen onder werkeloze teenagers uit de arbeidersklasse. Hun haar was in pluizige plukken afgeknipt en geverfd in opzienbarend onnatuurlijke kleuren: vaak heel licht geel, soms rood, groen, oranje of lavendel. De gezichten waren meelwit gepoederd, met roetzwarte ogen en zwaar aangezette lipstick. Bij de kleding waren rood, zwart en wit de favoriete kleuren. Punks droegen zwarte leren jacks en jeans versierd met metalen knopen en overbodige ritssluitingen.

De T-shirts waren bedrukt met schuttingtaal en afbeeldingen van geweld of pornografie. Kunstmatig gescheurde en bevuilde kleren, bij elkaar gehouden met buitenmodel grote veiligheidsspelden, toonden grote stukken bleek, ongezond vlees, dat vaak was gekneusd en geschramd.Een geliefd accessoire was de honden- of de fietsketting, gedragen om de nek of gebruikt om het ene been aan het andere vast te maken. De meisjes konden deze kleren ook dragen of ze combineren met hot pants, een rok met splitten, nauwsluitende angoratrui en schoenen met naaldhakken; hun vrienden gaven de voorkeur aan zware 'shitkicker' laarzen. In de kledingtaal was Punk een schreeuw om aandacht èn een kreet van woede, gericht tegen hen die deze kinderen in het verleden aandacht hadden moeten geven, maar dat hadden nagelaten. De ouders van deze kinderen waren te onvolwassen of te uitgeput en leraren en maatschappelijke werkers waren verhard of onbeholpen. De welvaartstaat leek zich niet voor hen te interesseren en had geen banen voor de meesten van hen.


 

De motorkleding, kettingen en scheermesjes, de echte en kunstmatige bloedvlekken, de schrammen en het vertoon van bloot, waren bedoeld om te shockeren en schrik aan te jagen. Tot dit soort uitersten overgaan was noodzakelijk om enige reactie te krijgen, want de straatkleding was eind jaren zestig en begin jaren zeventig al heel buitensporig en de doorsnee man en vrouw waren vertrouwd geraakt met geweld en sex in de media. De ketting aan de benen suggereerde niet alleen geweld en sexuele perversie, maar liet de drager waggelen als een peuter. Het was deze dubbele boodschap, als die van een boosaardige, gekwelde baby, die de Punk Look zo verontrustend maakte. De meeste nieuwe stijlen verwekten alleen maar verbazing, vermaak of bewondering. De Punk Look riep in Engeland tegelijk woede, schuld, medeleven en angst op. Het was een mode die iets had van een politiek protest, mogelijk zelfs van politieke actie.

Punks

Uit: Het teken van de mode. Cat. Ned. Kostuummuseum, HGM 1985

Wat opvalt bij de punks is de nauwe relatie en daardoor ook de identificatie met de punkmusici. De verachting van de punkbands voor gevestigde popidolen en hun sterallures, statussymbolen en 'gekunstelde' muziek, lag in het verlengde van de afkeer bij punkfans voor de dure toegangskaartjes voor popconcerten en het gebrek aan contact met de popsterren tijdens dergelijke massaoptredens. Dezelfde behoefte aan individuele erkenning uit zich in de kleding van de punks. De creativiteit van punkmusici beperkt zich vooral tot trendsetten, die van de 'volgelingen' gaat daar vaak nog op een heel persoonlijke wijze bovenuit. De kleding van de Sex Pistols kwam voor een groot deel voort uit de verbeelding van McLaren, hun supporter-manager-mentor, destijds tevens eigenaar van de boutique in Kings Road, waar de leden van de band elkaar in het begin van de jaren zeventig leerden kennen. Hun anarchistische liedteksten werden weerspiegeld in veiligheidsspelden, scheermesjes, gescheurde en binnenste buiten gedragen hemden en broeken en opgedrukte of geschilderde teksten en symbolen. Qua zelfexpressie in de kleding trekken de meisjes gelijk op met de jongens. De overdrijving van het imago van de 'stoere jongen' of 'verworpene der aarde' bij de jongens, werd bij de meisjes een spel met het uiterlijk van de 'gevallen vrouw'. Door vrouwelijke punksterren als Nina Hagen en Siouxsie wordt het beeld van de slet en de vamp op ironische wijze als wapen bij hun optreden gebruikt.

Jeugdmode van nu

Wat eind jaren vijftig, begin jaren zestig voor de 'opgeschoten' nozems gold en daarna voor Provo en later de hippies (langharig, werkschuw tuig) en de 'agressieve' punks, geldt op dit moment voor de (half)kale hoofden en de trainingspakken en bomberjacks van gabbers. Opwinding alom over hun verschijning en, in een adem, de vermeende kwade inborst onder hun kleren. (...) De tijd heeft van de voorgangers van de gabbers allang onschuldige, bijna nostalgische figuren gemaakt. De nozems zouden met hun keurige pak en stropdas door jongeren van nu vermoedelijk voor 'lullo's' worden gehouden. De hippies waren niet zo werkschuw dat ze nu niet allerlei comfortabele banen innemen. De veiligheidsspelden van de punks bleken op den duur heel wat ongevaarlijker dan die sjofele herdershonden van ze. De gabbers zal het vermoedelijk niet anders vergaan. Nu krijgen ze nog, net als eens hun voorgangers, de volle laag van de goegemeente. Maar die misprijzende verbazing zal van voorbijgaande aard blijken te zijn. (...)


Uit: Gertjan van Schoonhoven, Jeugd van tegenwoordig. in: Elsevier 15 februari 1997

 

Weliswaar vormen de gabbers een heel succesvolle, stad en land bestrijkende en spraakmakende beweging; gabber is zelfs een industrie met eigen kledinglijn en professioneel georganiseerde feesten die overal in het land duizenden jongeren trekken en platenmaatschappijen die niet zelden 100.000 exemplaren van een gabber-cd verkopen. Maar gabbers zijn geen alleenheersers. Meer jeugdstijlen doen van zich spreken. (...) Jongeren zijn zeer creatief in het verzinnen van verschillende namen voor dezelfde verschijning. Alleen al de categorie 'alternatief' telt vele aanduidingen(...), maar ook als er op overlappingen wordt gezeefd, blijft er nog altijd een opmerkelijk fors aantal 'stijlen' over. In 1991 waren dat er elf: punk, college, disco, alternatief, hardrock, new wave, rastafari, skinhead, doorsnee, rockers en voetbalsupporters. In 1993 bleven er in totaal zeven over: hiphoppers/rappers, housers, kakkers, skinheads, normaal, grungers en stuudjes. (...)
Skater
  Tegenover het vervagen van de punk en grunge staat de opmars van gabber en skate. Ook de verzuilde dancescene brengt nieuwe typen (zoals jungle) voort. (...) Heeft stijl nog wel betekenis? Volgens kledinggoeroes als de Amerikaanse publicist Ted Polhemus niet of nauwelijks. Hij stelt dat de toekomst aan style-surfing is: het onbekommerd, geheugenloos mengen van bestaande stijlen en eigen creaties. (...) Waar lang haar, baarden en/of soepjurken vroeger voor een vaag pakket van wereldverbeterende ideeën stonden en piekhaar, kettingsloten en gescheurde T-shirts voor niet minder vage 'anarchistische' maatschappijkritiek, zegt iemands uiterlijk vandaag de dag nog maar weinig over zijn ideeën. Stijl is in hun visie een onbeladen citeren uit wat geweest is. Stijl is vorm; niet meer, zoals bij de hippies en de punks, een poging tot polariseren, een manifestatie van een afwijkende houding. Rekkelijk in plaats van precies, zo zouden jongeren nu omgaan met stijl. (...) De menselijke behoefte aan distinctie is echter onuitroeibaar, dus ook aanwezig bij jongeren van nu. Dat blijkt alleen al uit het belang van de juiste merken.
Spijkerbroeken mogen dan een egaliserende dracht zijn, dat is voor een belangrijk deel schijn. Hoezo rekkelijkheid? Het is preciezen alom. Skaters hebben die en die spijkerbroek, hiphoppers deze en de categorie 'gewoon' draagt weer een ander merk. En niet voor niets blijven jongeren nieuwe woorden verzinnen voor leeftijdgenoten die er net niet 'bijhoren'. (...) Het gaat in veel gevallen om stijlen die al generaties lang meegaan via de popmuziek of die de jongeren - al weer jaren geleden - door de (sport)commercie van top tot teen op een presenteerblaadje is aangeboden. De distinctiedrift die bij de buitenstaander voor een onoverzichtelijke fauna zorgt, uit zich in details, niet in grote verschillen. (...) AI die kleine verschillen zorgen voor een totaalbeeld dat eigenlijk vrij uniform is, uniformer in elk geval dan vroeger, toen je hippies en rockers en punks en disco's van een kilometer afstand herkende. (...) Opvallend veel jongeren zeggen bovendien dat het onverstandig is om 'lekker anders' te zijn: zo'n houding vermindert je kansen.