 |
21
Eduard Ille,
Ontwerp
voor de troonzaal in Neuschwanstein, 1876
De aankleding van deze zaal is van een latere datum
dan de woonvertrekken. ook hier speelt Ludwigs verbondenheid met de
Parsifallegende een belangrijke rol. In zijn gedachtenwereld versmolt de zaal
van de Heilige Graal met het beeld van de Hagia Sophia in Constantinopel.
Aanbiedingstekst
p. 31
Bronnenbundel
p. 61‑62, (p. 129‑130), p. 143‑144
|
 |
22.
Heinrich Breling
De
Venusgrot met rode belichting, 1881
aquarel,
Ludwig II Museum, Herrenchiemsee
Deze grot bevindt zich in het park van kasteel
Linderhof. Zowel het verhaal van Tannhäuser als van Lohengrin spelen in de
aankleding een rol.
Aanbiedingstekst
p. 32
Bronnenbundel
p. 60, p. 141‑142
|
 |
23.
De grot met de schildering van Tannhäuser en de Venusberg
Aanbiedingstekst
p. 32
Bronnenbundel
p. 60, p. 141
|
 |
24.
Léon Bakst (Grodno 1866 ‑ bij Parijs 1924)
Kostuumtekening
van de faun in 'L'Après‑midi d'un faune', 1911~1912
Dit kostuum was bestemd voor de danser Nijinsky, die
de hoofdrol vervulde in een ballet van Diaghilev tijdens één van de tournees
van de Ballets Russes in Parijs.
Aanbiedingstekst
p. 33‑34
Bronnenbundel
p. 64
|
 |
25.
Léon Bakst (Grodno 1866 ‑ bij Parijs 1924)
Kostuum
voor een odalisk in 'Scheherazade'. 1910
Dit ballet verwekte tijdens de tweede tournee van de
Ballets Russes in Parijs een sensatie, niet in het minst door de kostuums van
Bakst.
Aanbiedingstekst
p. 34 Bronnenbundel
p. 63‑64
|
 |
26. Léon Bakst (Grodno 1866 ‑ bij Parijs
1924)
Kostuumontwerp
voor de 'Vuurvogel', 1920
Dit ballet werd gemaakt op muziek van Igor
Strawinsky in 1910. Dit kostuumomtwerp is een latere variatie van Bakst. In de
latere jaren schoof het repertoire van de Ballets Russes steeds meer op in de
richting van de avant‑garde in de beeldende kunst en de muziek. De stijl
van Baksts ontwerpen behield echter zijn sprookjesachtige karakter.
Aanbiedingstekst
p. 34
Bronnenbundel
p. 65‑68
|
 |
27.
Natalja Gontcharova (Tula 1881 ‑ Parijs 1962)
Ontwerp
voor toneeldecor in 'Le Coq d'Or" van N. Rimsky Korsakov, 1914
Behalve Bakst liet Diaghilev ook andere kunstenaars
aan opdrachten voor zijn balletten werken. Natalja Gontcharova maakte van 'Le
Coq d'or' ook een sprookje maar nu in boers‑Russische trant. Haar
kostuumontwerpen doen denken aan de houten Russische poppetjes, die alsmaar
kleiner in elkaar passen. Het decor is overladen met details, waarin het
kleurenschema een zekere eenheid brengt.
Aanbiedingstekst
p. 34
Bronnenbundel
p. 65‑67
|
 |
28.
Pablo Picasso (Malaga 1881 ‑ Mougins 1973)
Ontwerp
voor toneeldecor van 'Parade' van Leonid Massine, 1917
Picasso maakte diverse ontwerpen voor het decor in
kubistische stijl, dit in tegenstelling tot het valgordijn in een klassiek
aandoende stijl. Het uiteindelijke decor (Bronnenbundel p. 69) werd een
compromis tussen (synthetisch) kubistische en traditionele elementen.
Aanbiedingstekst
p. 34
Bronnenbundel
p. 68‑73
|
 |
29.
Pablo Picasso (Malaga 1881 ‑ Mougins 1973)
Ontwerptekening
voor de Chinese acrobaat in 'Parade', 1917
Slechts de 'managers' kregen een werkelijk
kubistisch kostuum, waarin zij zich maar moeizaam konden bewegen. De echte
dansers kregen kostuums die het hen mogelijk maakten te dansen. Er is, zoals
meestal trouwens, wel een verschil tussen de stilering van de ontwerptekening
en het kostuum tijdens de uitvoering.
|
 |
30.
Chinese acrobaat
Foto
gemaakt tijdens een uitvoering van het ballet 'Parade'
|